Energiedelen. De zonne-energie of windenergie die jij ’te veel’ produceert delen met een gezin dat bijvoorbeeld geen PV-zonnepanelen kan plaatsen. Of met de mede-bewoners van het appartement-complex. Of met een onderneming. Het is sinds begin 2023 mogelijk. In dit artikel kom je te weten wie er energie mag delen met wie, wat de voorwaarden zijn en of je een vergoeding ontvangt voor de gedeelde energie of niet.
Waarom zou je energiedelen?
Op zich is het nog steeds het voordeligst om zoveel mogelijk zelf je energie te verbruiken op het moment dat je ze produceert. Maar voor wie veel overschotten heeft, is energiedelen wel interessant. Het energiedelen heeft enkel een impact op de energiecomponent van de elektriciteitsfactuur, niet op de andere componenten.
Stel: je hebt energie over. Wanneer je dit overschot op het net zet, krijg je een terugleveringsvergoeding van je leverancier. Deze vergoeding valt weg als je het overschot deelt of verkoopt. Maar de ontvanger betaalt doorgaans een interessanter tarief aan jou.
Stel: je ontvangt energie van iemand met een overschot. Dan zal je energiefactuur van je leverancier dalen. Voor elke ontvangen kilowattuur valt de energiecomponent van je leverancier weg. Wel betaal je voor die ontvangen energie nettarieven, heffingen en kosten voor groene stroom en warmtekrachtkoppeling.
Alle kosten en vergoedingen hangen af van je energieleverancier. Op de website van VREG kan je deze opvolgen. Sommige leveranciers stellen extra voorwaarden en kosten aan energiedelen. Ook die kan je nagaan op de site van VREG. Hier lees je hoe.
Drie types energiedelen
Jij produceert zonne-energie en verkoopt je overschotten aan één andere afnemer. Dat heet persoon-aan-persoonverkoop. Je bepaalt zelf de prijs en mag de energie ook gratis wegschenken. De verkoop verloopt per kwartier. De ‘personen’ kunnen zowel burgers zijn als ‘rechtspersonen’ (lokale overheden, kmo’s of grote ondernemingen). Maak goede afspraken en stel een overeenkomst op. De Vlaamse Overheid helpt je met een modelovereenkomst die je daarvoor kan gebruiken.
Als je meerdere verblijfplaatsen of gebouwen bezit in Vlaanderen, kan je tussen jouw locaties aan energiedelen doen. De overschot aan zonne-energie van locatie 1 deel je dan gewoon met locatie 2. Ook hier gebeurt energiedelen per kwartier en ook hier kan je bijvoorbeeld energie delen vanop je bedrijfslocatie naar je thuislocatie of omgekeerd. De locaties hoeven dus geen particuliere woonsten te zijn. Voorwaarde: het energiedelen mag niet je belangrijkste commerciële activiteit zijn.
Je kan energiedelen binnen een groep
- Binnen een gemeenschappelijk gebouw
Bewoners die in een gemeenschappelijk gebouw wonen, investeren samen om energie te produceren en delen daarna (per kwartier) de energie onder elkaar. Deze vorm van energiedelen moet gratis gebeuren.
- Binnen een energiegemeenschap
Samen met anderen (vb. wijkbewoners, groep wzc’s met verschillende locaties in Vlaanderen) investeer je in energieproductie. De opgewekte energie wordt door iedereen gedeeld per kwartier en het delen gebeurt ook hier kosteloos.
Wat zijn de voorwaarden voor energiedelen?
- Alle partijen of locaties die betrokken zijn bij het energiedelen (zowel de deler als de ontvanger) moeten aangesloten zijn op het elektriciteitsnet én een digitale meter bezitten.
- Alle locaties geven aan netbeheerder Fluvius de toestemming om bij de digitale meters kwartierwaarden uit te lezen en die door te sturen naar de elektriciteitsleverancier(s). Kies daarvoor meetregime 3. Je betaalt 1,14 euro extra per jaar voor het databeheer (wat een onderdeel is van het nettarief).
- Sommige leveranciers stellen extra voorwaarden voor energiedelen of voor persoon-aan-persoonverkoop.
- Er moeten goede afspraken vastliggen over kostprijs en betaling. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld de modelovereenkomst die Vlaanderen beschikbaar stelt.